Toen Arje van groep 2 naar groep 3 ging, zei ik: ‘Schrijven? Hij kan nog geen poppetje tekenen!’ Is leren schrijven wel haalbaar? Een eerlijk voortgangsverslag met ijkpunten in groep 3,
groep 6 en als 15-jarige.

Zo zag de start eruit
Arje heeft een verstandelijke beperking. Zijn motoriek ligt ver achter. Maar als we wachten tot hij alle doelen van elk schooljaar behaalt, blijft hij voor eeuwig in de kleuterklas.
Albert Einstein zei hierover:

Daar heeft die beste man een punt.
Schrijven? Hij kan nog geen poppetje tekenen!
Toen Arje in groep 2 zat, voelde ik in alle vezels van mijn lijf dat Einstein gelijk heeft. Natuurlijk gaat Arje naar groep 3. Mee over met ‘zijn kinderen’, zoals hij ze zelf noemt. Toch vroeg ik me af of het wel zin zou hebben om hem (Arje, niet Einstein) te leren schrijven. Dan dacht ik: ‘Schrijven? Hij kan nog geen poppetje tekenen!’ Ook vlogen de volgende dingen door mijn hoofd:
- Misschien moet hij op het moment dat de klas aan het schrijven is, gewoon iets heel anders gaan doen.
- De vooruitgang in zijn fijne motoriek is zo traag en langzaam, doet dat niet meer kwaad dan goed?
- Wat gaat het betekenen voor zijn zelfvertrouwen, zijn zelfbeeld, zijn frustratie en zijn plek in de klas als voortdurend blijkt dat hij dat niet kan?
Oprecht bang en ongerust was ik, dat het niet zou lukken.
Wat je aandacht geeft, groeit
Waar angst bij mij de overhand had, liet de leerkracht zich leiden door een rotsvast vertrouwen: ‘Wat je aandacht geeft groeit.’
Dat bleek ook uit het plan van aanpak:
Als we zingen, zingt Arje mee.
Als we een taalles hebben, heeft Arje ook taalles.
En als we schrijven, schrijft Arje ook.
‘Misschien moeten we de manier of de vorm wat aanpassen, maar hij doet wel gewoon mee,’ knikte juf me vriendelijk toe.
Hoe verliep dit in groep 3?
In groep 3 verliep dat bijvoorbeeld als volgt:
- Als de klas een nieuwe letter leerde, schreef Arje die letter met zijn vinger op de iPad of heel groot op een vel papier.
- Als de klas een nieuw schriftje kreeg met meer lijntjes op de bladzijde, kreeg Arje ook een nieuw schrift met net wat meer lijntjes op een bladzijde dan in het schrift dat hij ervóór had (vaak maakte de begeleider dit zelf).
- En als de klas dictee deed en al zinnetjes op moest schijven, schreef Arje eerst losse letters en later woordjes op.

Misschien vraag je je af: ‘hoe weet je nu wanneer Arje toe is aan de volgende stap?’
Het grappige is dat hij dat zelf aangaf. Als hij op z’n iPad een letter schreef, en hij zag zijn klasgenootjes op papier schrijven, wilde hij dat ook wel eens proberen.
Goed voorbeeld doet goed volgen.
Het wil niet zeggen dat hij meteen goed kon schrijven
Dat dit proces de aandacht en de tijd kreeg die Arje nodig had, betekende niet dat hij meteen kón schrijven.
De jaren die erop volgden, kon ik zijn handschrift niet lezen.
Zelfs zijn eigen naam schrijven, vond Arje een hele opgave.
In elk werkboek dat van school naar huis kwam, was zijn handschrift niet leesbaar.
En dat maakt dat ik ook twijfelde aan de weg die we opgeslagen waren. Komt dit ooit nog goed?
Schrijven in groep 6
Zijn begeleidster, die inmiddels met veel geduld al jaren tijd en energie steekt in Arje’s ontwikkeling om hem te kunnen laten opgroeien op de reguliere school in de buurt, stuurt mij deze foto
door:

Je begrijpt het vast… de rest van de dag ben ik euforisch! En ik niet alleen. Arje’s broertje Loek bladert het werkboek door en valt van de ene verbazing in de andere.
‘Ik kan lézen wat Arje geschreven heeft!’ verzucht hij.
Hij bladert opgetogen door het werkboek.
‘Hij verbetert zichzelf ook, dat vind ik echt knap!’
Wordt het ooit een mooi handschrift?
Ik heb niet de illusie dat Arje ooit een mooi handschrift krijgt.
En een poppetje tekenen is nog steeds zijn ding niet.
Hij schrijft liever een paar zinnen op een mooie kaart voor de jarige.
Schrijven als 15-jarige
Ik kan nu wat verder in de toekomst kijken, en deel met je hoe het schrijven er nu uitziet. Wat ben ik blij geweest met het geduld dat er op de basisschool is geweest om hem te leren schrijven.
Als ik terugkijk op de afgelopen jaren rondom schrijven, dan merk ik vooral op dat herhaling de sleutel is. Doordat hij iedere dag even schrijft op school, boekt hij resultaat. Een paar
weken niet schrijven, heeft als gevolg dat hij echt weer een paar stappen terug ging in het duidelijk schrijven. Dit blijft een aandachtspunt.
Daarnaast weet ik inmiddels ook dat schrijven een belangrijke motorische vaardigheid is. Zelfs al zal hij geen hele brieven schrijven, de motorische vaardigheid die schrijven van hem
vraagt, is er één die hij op andere momenten nooit hoeft te doen. Als ik dus terugkijk op mijn vraag: 'moet hij dit wel gaan leren?' Dan vind ik dit een onzinnige vraag van
mezelf! Natúúrlijk leert Arje ook schrijven. Langzamer, misschien minder leesbaar en misschien moet er altijd gelet worden op de leesbaarheid... maar het leverde veel op:
Concentratie werd uitgedaagd, fijne motoriek ontwikkeld, het gevoel van erbij horen in de klas.
Tot slot wil ik nog een ander ding noemen. Toen hij in groep 3 begon, wisten we dit nog niet. Maar Arje kan heel aardig spellen. Hij is auditief heel handig, én vindt dat heel leuk. Hij
houdt van praten en luisteren, van imiteren.
Zo vraagt hij nog geregeld aan me: 'hoe schrijf je dat?'
Laatst bijvoorbeeld, toen zei hij het woord: 'jubélium'.
Het duurde even voordat ik wist wat hij bedoelde: 'jubileum'.
Hij wil dan weten hoe je het schrijft en dan spel ik het voor hem, en schrijf het op.
Zijn intrinsieke motivatie om de wat moeilijkere woorden aan alle kanten te begrijpen, vind ik heel bijzonder. Ik ben ervan overtuigd dat dat komt doordat hij leerde lezen én schrijven. Doordat
hij snapt hoe taal in elkaar zit. Het zorgde voor verdieping!