Wat je kunt zeggen als je NIET met iemand wil spelen?

We zijn in een trampoline-park. Even lekker springen. Ik merk al een tijdje dat het niet zo botert tussen Arje en een meisje met wie hij contact zoekt. Wat nu? Ik vertel je eerst hoe het verliep en wat mijn gedachten erbij waren. Dan kijk ik met een andere bril naar het geheel.

Je ziet het meteen dat Arje niet is zoals andere kinderen. Je lacht wat. Giechelt wat. Hij stelt je de ene na de andere vraag. Arje vindt het wél gezellig: lekker even een uurtje trampoline springen, beetje kletsen, kinderen ontmoeten. Maar eigenlijk zit jij niet op deze exclusieve aandacht te wachten. Je wil gewoon springen met je vriendje. Het is vakantie, en dat uurtje springen is zó voorbij. Wat kun je zeggen als je NIET met Arje wil spelen?

En dus zeg je dat je ‘Piet Snot’ heet, en je lacht je slap als je merkt dat Arje dat nog gelooft ook. Maar Arje denkt dat hij iets heel grappigs zei en hij lacht vrolijk met je mee. Je stuurt hem een andere kant op, wat hij nietsvermoedend doet. Dan ren je snel samen met je vriendje weg. 

Dit ‘spelletje’ herhaalt zich. Ik had het te laat in de gaten om je iets mee te geven. Het is belangrijk dat je dit weet want het zorgt ervoor dat het een volgende keer minder ongemakkelijk voor je zal zijn, maar juist gewoon helemaal goed. Dat gun ik je zo.

Wat ik je wil zeggen is dit: iemand voor de gek houden terwijl je wéét dat hij je niet begrijpt, dat is niet oké. Als je liever niet met iemand wil spelen, dan mag je dat… gewoon zeggen. En ja: dat is best wel heel moeilijk. Ik snap het. Zelfs grote mensen vinden dit moeilijk. Maar je hoeft niet met iedereen te spelen. En je hoeft het óók niet met iedereen goed te kunnen vinden. Dat kan ook helemaal niet. 

Hoe doe je dat nou? Jouw grens aangeven, terwijl je de ander in z’n waarde laat?

Een suggestie: ‘Hé! Hoe heet je ook alweer? Arje? Leuk hè, trampoline springen. Ik wil even samen springen met mijn vriend. Dus we gaan met z’n tweetjes weer even verder. Lekker springen hoor! Veel plezier!’

Dit leer je niet uit boeken, je leert het alleen door te oefenen. En dat kan alleen als je elkaar ontmoet. Soms ontmoet je iemand met wie je onverwacht heel veel plezier hebt. Soms niet, dan leer je ervan.

En dat… is helemaal oké.